Chateau Musar

Chateau Musar, icoonwijn uit Libanon.
Dat wijnbouw niet nieuw is voor de Bekaavallei in Libanon blijkt uit een daar gevonden wijnpers – uit het bronzen tijdperk. Ook de Romeinen maakten er wijn, getuige de beroemde Bacchustempel in Baalbek. Van 1920 tot 1946 hadden de Fransen veel invloed in Libanon, ook op de Libanese wijnbouw. Ze introduceerden Franse druivenrassen, die nog steeds verbouwd worden: Cabernet Sauvignon, Cinsault, Carignan, Grenache, Mourvèdre en Syrah. Château Musar werd gesticht in 1930. De oprichter was Gaston Hochar, telg uit een christelijke bankiersfamilie. Zijn druiven betrok hij uit de Bekaavallei, maar als kelder werd een slot tegen de westflank van de berg Libanon in gebruik genomen, met uitzicht op zee, en niet ver ten noorden van Beiroet.

Chateau Musar, dat zijn wijnen zonder make-up.
Gaston had uitstekende Franse connecties – thuis werd ook Frans gesproken – en stuurde zijn oudste zoon op stage naar Château Langoa-Barton in Bordeaux. Het is vooral deze zoon geweest, de filosofisch ingestelde Serge, die de wijnen van Château Musar een wereldwijde bekendheid heeft gegeven. Hun kracht is, zo pleegt hij te zeggen ‘dat ze op een heel natuurlijke manier worden gemaakt. met natuurlijke gisten, zonder klaring en zonder filtering; het zijn wijnen zonder make-up’.

Chateau Musar, dat is gebottelde historie.
Wat ook opmerkelijk is hun beperkte hoeveelheid. Van de 150 hectare die Château Musar in productie heeft, wordt slechts 20 tot 25 hectoliter per hectare geoogst. Dat is ongeveer half zoveel als in Bordeaux! Voorts ondergaan de icoonwijnen – geassembleerd uit vrijwel gelijke delen cabernet sauvignon, carignan en cinsault – een lagering van meer dan twaalf maanden in Franse vaten die niet werden getoast (‘ik maak wijn, geen houtdrank’). Daarna volgt een jarenlange kelderrust. Onze wijn, zo stelt Serge, heeft al historie voordat hij gebotteld wordt.